Op zaterdag 19 april vond in Amsterdam de herdenking plaats van de bevrijding van het concentratiekamp Dachau (29 april 1945), met aansluitend een korte, informele reünie.
Sprekers waren dit jaar:
de heer ir. T.R. Poppens, burgemeester van Amstelveen; en
mevrouw M. Hooyschuur-Houtman, dochter van verzetsvrouw Mientje Proost.
Onder een stralende voorjaarszon kwamen ruim 150 bezoekers bijeen om gezamenlijk stil te staan bij 80 jaar bevrijding van concentratiekamp Dachau en 90 jaar opkomst van het nationaalsocialisme en fascisme. De boodschap van de herdenking: dat nooit weer.
De plechtigheid begon om 12.00 uur stipt met een muzikale bijdrage van de Regimentsfanfare Garde Grenadiers en Jagers. Er volgden indrukwekkende toespraken van o.a. burgemeester Tjapko Poppens (Amstelveen), Marlies Hooyschuur-Houtman (dochter van oud-verzetsvrouw Mientje Proost) en twee leerlingen van groep 8 van de Merkelbachschool, die een eigen gedicht voordroegen namens de hele klas.
Na de Taptoe en een minuut stilte werd het Wilhelmus gespeeld en volgden de kransleggingen door vertegenwoordigers van gemeenten, het ministerie van VWS, ambassades, comités en scholieren. Aansluitend vond het bloemendéfilé plaats, waarbij alle aanwezigen een bloem in de haag staken — een symbolisch eerbetoon aan hen die zijn omgekomen.
De herdenking werd afgesloten met koffie en lunch bij De Boswinkel. De mooie opkomst, de bijdrage van de schoolkinderen en het prachtige weer maakten deze editie tot een warme en gedenkwaardige herdenking.
Ter nagedachtenis aan hun in het kamp omgekomen vrienden richtten de Nederlandse Oud-Dachauers ruim 50 jaar na de bevrijding van het kamp een monument op. Van meet af aan was één van de uitgangspunten dat het in Amsterdam moest komen te staan, de hoofdstad van ons land. Er is tenslotte een prachtige plek gevonden in het Amsterdamse Bos, recht tegenover de tribune van de roeibaan. Het is een indrukwekkend monument dat dubbel en dwars verdient eens bezocht te worden.
Toen iemand eens de vraag stelde:”Waar staat het Dachaumonument eigenlijk?”, toen was het antwoord:”Het monument staat niet, het ligt.”En zo is het, het monument ligt: Een zestig meter lange straatweg van Belgische blauwsteen; 2.35 meter breed, met links en rechts een hoge bomenrij. Zoals in Dachau zelf. Daar staan hoge populieren langs de Lagerstrasse. Hier is het een strak geschoren taxushaag, 3.5 meter hoog, die in de loop der jaren zal moeten opgroeien tot een hoogte van vijf meter.
In deze straat zijn de namen gehouwen van vijfhonderd concentratiekampen en buitencommando’s. Alleen de belangrijkste want het waren er in werkelijkheid een stuk meer. De ontwerper van dit gedenkteken is de beeldende kunstenaar Niek Kemps. Hij ontwierp een gedenkteken om doorheen te lopen. De vloer van het looppad is ongelijk, in het midden iets verhoogd; herinnert daardoor aan de moeilijkheden die de gevangenen in de concentratiekampen met lopen hadden. Ongelijke wegen, ondeugdelijk schoeisel.
Vanaf het eerste begin heeft iedereen zich aan deze uitgangspunten gehouden. Als eersten Prins Bernhard en Prinses Juliana tijdens de openingsplechtigheid op 3 december 1996. Daarna hebben de andere aanwezigen het monument doorlopen, 60 meter heen, 60 meter terug. Al lopend over de blauwe stoep leest men de namen van de verschrikkelijke oorden die hier in herinnering worden gebracht.
De kinderen van de Merkelbachschool uit Amsterdam, die het gedenkteken heeft geadopteerd, staan ieder jaar tijdens de herdenkingsplechtigheid bij de ingang van het monument en reiken iedereen die het monument betreedt een bloem aan. Hier is spontaan een traditie ontstaan; iedereen steekt gaandeweg zijn bloem links en rechts in de strenge haag. Kleurtjes die deze donkergroene muren verlevendigen, evenzovele kleine eerbewijzen aan degenen die niet meer zijn thuisgekomen. Tijdens de Dachaureünie in april 1997, na al die jaren voor de eerste maal bij het eigen monument, werd deze traditie niet alleen voortgezet, hij werd verder uitgebouwd. Er is een volgorde ontstaan in degenen die door het monument lopen. De oud-Dachauers gaan voorop; stuk voor stuk, als ware het een appèl worden hun namen afgeroepen. Na hen volgen in willekeurige volgorde de nabestaanden en de genodigden. Eén voor één, een bloem in de hand betreedt men het monument. Als laatsten worden de andere aanwezigen uitgenodigd hen te volgen, politiemannen, orkestleden, maar ook het aanwezige publiek. Iedereen is welkom in het Dachaumonument.
In 2020 en 2021 heeft de herdenking in verband met coronamaatregelen plaatsgevonden in besloten kring. We zijn blij sinds 2022 weer een 'traditionele' herdenking te kunnen organiseren.
Op 20 april 2024 vond de Dachauherdenking wederom plaats in het Amsterdamse Bos bij het Nationaal Dachau Monument. Sprekers waren Sybrand van Haersma Buma en Berend Katz. Voorzitters van het Nederlands Dachau Comité en de Vriendenkring Neuengamme, Wimar Jaeger en Thom Klück, bevestigden tijdens de herdenking de noodzaak van samenwerking in het herdenken. Muziek werd verzorgd door de Regimentsfanfare 'Garde Grenadiers en Jagers'. Voor de algemene ondersteuning zijn wij wederom het personeel van het Amsterdamse Bos zeer dankbaar.
Sybrand van Haersma Buma
Berend Katz
Kinderen van de Merkelbachschool
Regimentsfanfare 'Garde Grenadiers en Jagers'
Op 22 april 2023 vond de Dachauherdenking wederom plaats in het Amsterdamse Bos bij het Nationaal Dachau Monument. Sprekers waren burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, en Jo Kapteyn, zoon van oud-Dachauer Jo Kapteyn sr. Muziek werd verzorgd door de Regimentsfanfare 'Garde Grenadiers en Jagers'.