Geachte Dames en Heren, beste vrienden en bekenden,
Ik sta hier vandaag als kleindochter van 2 grootvaders Bernhard en Xavier wiens levens zeer sterk zijn beïnvloed door de oorlog. De eerste door zijn militaire betrokkenheid, de ander door zijn rol in het verzet en zijn gevangenschap in de concentratiekampen Natzweiler en later Dachau. Dat maakt het extra bijzonder om u vandaag te mogen toespreken.
Maar vandaag sta ik hier ook als vrouw die zich er vaak zorgen over maakt dat wij vandaag de dag misschien wel te weinig lessen trekken uit de Tweede Wereldoorlog. Een vrouw die zich afvraagt of de huidige balans tussen de feminiene en masculiene krachten in onze wereld eigenlijk wel goed zijn voor die wereld. Een vrouw ook die een escalerende wereld graag met zachtheid en nuance tegemoet wil treden.
Nogmaals dames en heren, ik vind het bijzonder u te mogen toespreken! Zeker omdat ik me bewust ben dat er hier in de zaal veel kinderen en kleinkinderen van Dachau gevangenen zitten.
Als kleindochter van een Dachau-gevangene en als zelfbewuste vrouw juich ik het toe dat de organisatie heeft gekozen voor het thema “vrouw en oorlog”. Het Nederlands Dachau Comité nodigt ieder jaar een spreker uit om tijdens de Dachaulezing een persoonlijke invulling aan het gekozen thema te geven. Ik wil dat graag doen door meer te vertellen over de rol van mijn grootvaders tijdens de oorlog, met name over mijn grootvader van vaders kant, Xavier. Daarna zal ik iets zeggen over vrouwen in het verzet. Vervolgens ga ik in op de relatie tussen vrouwen en oorlog. Ik eindig tot slot met mijn kijk op masculiene en feminiene krachten in relatie tot oorlog.
Mijn grootvader Xavier de Bourbon de Parme herinner ik mij uit mijn hele vroege jeugd. Ik zie zijn ogen nog helder voor me: vol liefde en een diepte waaraan je kon zien dat die ogen heel veel hadden meegemaakt.
Xavier de Bourbon de Parme, mijn grootvader van vaderskant, was in de vorige eeuw intensief betrokken bij oorlog en vrede. In de Eerste Wereldoorlog vocht hij voor de geallieerden in België en Frankrijk. Na de oorlog huwde hij mijn grootmoeder Madeleine Bourbon-Busset met wie hij samen 6 kinderen kreeg. Later streed hij mee in de Spaanse burgeroorlog en toen Franco aan de macht kwam, verzette hij zicht heftig tegen diens fascistische ideologieën, waarvoor hij het land werd uitgezet. Tijdens de Tweede Wereldoorlog streed hij wederom aan de geallieerde kant en was hij actief in het Franse verzet. Dit laatste leidde tot zijn arrestatie en deportatie naar Natzweiler en daarna Dachau. Daar weigerde hij de speciale, betere behandeling voor hooggeplaatste politieke gevangenen. Hij werd geplaatst in de Franse barakken, waar hij iedere dag sprak met medegevangenen over de toekomst en over hoop. Hij werd in april 1945 bevrijd. Hij was vel over been en hij woog slechts 36 kg. Ondanks alles wat hij had meegemaakt zette hij zich weer in: hij streed hartstochtelijk voor de democratie in Spanje en tegen de dictatuur van Franco. Zijn leven wijdde hij aan zijn vaste overtuiging dat, omdat hij met een titel was geboren, hij de verantwoordeljkheid had om zich in te zetten voor de mensheid en een betere wereld.
(Kort over tweede grootvader Bernhard)
Mijn Nederlandse grootvader prins Bernhard is natuurlijk vooral bekend van zijn inzet aan het einde van de oorlog, waar hij onder andere een rol heeft gespeeld bij het terughalen van de Nederlanders die na de bevrijding nog in Dachau zaten. Achter de schermen maakte hij het mogelijk om hen met een konvooi aldaar op te halen. Na de oorlog zette hij zich in voor de erkenning van de veteranen en verzetstrijders. Dat is zijn nalatenschap. Ook hij zette zich vanuit zijn positie in voor een betere wereld.
Ik ben gezegend als kleinkind met deze prachtige nalatenschap van beide kanten, Frans en Nederlands, het verantwoordelijkheidgevoel.
En de grootmoeders. De verhalen die ik gehoord heb over mijn grootmoeder Juliana uit die tijd zijn bekender. Maar die van mijn grootmoeder Madeleine in de oorlogsjaren gaan ook over haar kinderen, over opvoeding en het gezin bij elkaar houden. Maar hoe zij die jaren beleefd hebben en wat ze allemaal hebben moeten doorstaan, daar weet ik weinig van. Dat is opmerkelijk. Dames en heren, mij is juist gevraagd iets te zeggen over vrouwen en oorlog. Ik zou dat graag doen vanuit het perspectief van verzet en vanuit het perspectief van gender vrouw.
Vrouw en verzet
Sinds het begin van de nieuwe eeuw is de aandacht voor vrouwen in het verzet in de Tweede Wereldoorlog toegenomen. Gelukkig maar, zou ik zeggen, want met die toename van aandacht blijkt ook dat we veel vrouwen die erkenning verdienen te lang in het duister hebben laten staan. Van alle uitgereikte verzetsherdenkingskruizen is slechts 15% aan vrouwen uitgereikt. Dat is echt te weinig gezien het aandeel van vrouwen bij het verzet in de oorlog.
Maar een zeker zo belangrijke reden om meer te weten en ons bewuster te zijn van vrouwen in het verzet is dat we veel van het vrouwenverzet kunnen leren.
De vrouwelijke bijdrage aan de overwinning van Nederland tijdens de bezetting in de Tweede Wereldoorlog bestond uit deelname aan zowel burgerlijk en gewapend verzet. Het onderscheid tussen deze twee vormen van verzet wordt vaak aangehaald in onze kijk op het Nederlands verzet. De vraag is wat mij betreft of die indeling ook nuttig is voor het duiden van het verzet door vrouwen.
De aandacht gaat ook na-oorlogs, meestal uit naar de gewapende strijd, of dat nu het front of het gewapend verzet is. De helden zijn zij die vochten. Ook in Nederland waren de na-oorlogse verzetshelden voornamelijk actief in het gewapend verzet. Bekende verzetsvrouwen zoals Hannie Schaft kregen die bekendheid misschien wel omdat zij zich ook gewapend verzetten. Zeker is ook dat veel meer mannen in de oorlog gewapend verzet pleegden dan vrouwen. De vraag is echter of we verzet in de oorlog, met een focus op de gewapende vorm alleen, niet tekort doen. Wat mij betreft is het antwoord daar op: jazeker.
In het verzet lag de rol van vrouwen namelijk grotendeels in het verlengde van hun traditionele rol: de verhalen over vrouwen die hun korsetten en kleren vol hadden gestopt met pamfletten of zelfs wapens, zijn ontelbaar. Ze werden soms zelfs door Duitse officieren geholpen omdat ze dachten een hulpbehoevende zwangere voor zich te hebben of zij bogen zich vriendelijk over mooie blonde baby’s, die op matrasjes lagen waaronder verzetskranten of pamfletten waren verstopt. Vrouwen maakten ruim gebruik van genderbevestigende (voor)oordelen van de vijand.
Eén van de verzetsdaden waarin veel vrouwen waren betrokken, was het wegsmokkelen van joodse baby’s uit de Hollandse Schouwburg in Amsterdam. De kinderen werden onder de ogen van de bezetter gered om ze voor deportatie te behoeden en naar adressen door het hele land gebracht. Activiteiten die vrijwel uitsluitend door vrouwen werden uitgevoerd. Activiteiten die zonder meer uiterst riskant waren.
Zo ook wat betreft het verbergen van onderduikers. Naar schatting hebben gedurende de oorlogsjaren ruim 300.000 Nederlanders ondergedoken gezeten. Dat betekent dat ongeveer evenzoveel gezinnen hierbij betrokken moeten zijn geweest. Gezinnen die draaiende gehouden werden door vrouwen. Toegegeven, mensen hadden soms meer dan één onderduiker in huis, maar dan nog. Laten we veronderstellen dat bij zo’n 200.000 gezinnen iemand ondergedoken heeft gezeten. Dat zou betekenen dat 200.000 vrouwen, medeplichtig waren aan illegale of ten minste clandestiene daden. Daden die ook henzelf en hun gezinnen in groot gevaar konden brengen en waarvan al deze vrouwen zich maar al te bewust waren.
En dat was niet het enige: het was moeilijk om betrouwbare adressen voor onderduikers te vinden. Daarnaast was een groot netwerk van handlangers vereist om voor vervoer, voedselbonnen, valse papieren, geld, medische zorg, etc te zorgen. Bij al die activiteiten waren vrouwen betrokken. Vrouwen die constant leefden in angst, voor buren die wat zouden merken, voor een voorbijganger die een gordijntje zag bewegen, voor visite die een zolder hoorde kraken.
En laten we ook niet vergeten welke grote rol juist vrouwen speelden in de opvang van neergeschoten Engelse en Amerikaanse piloten. Zich voordoende als hun vriendin, reizend per trein met iemand die geen woord Nederlands spreekt, met overal mogelijk Duitse of ‘foute’ medereizigers en op elk station patrouilles en controles.
Te vaak bleken die activiteiten onbekend en onbesproken. Zoals van Grada van Horen. Pas na haar dood ontdekte haar zoon Gé Reinders haar verzetsverleden. (Hij zal ons hier meer over vertellen.)
En zoals van Jacoba van Tongeren, die eigenhandig een verzetsorganisatie van meer dan 150 man leidde, de Groep 2000, die nooit is opgerold. Zij stierf in 1967, onbekend en vergeten. Pas 70 jaar naar de oorlog werden dankzij haar neef Paul haar verbazingwekkende activiteiten bekend door publicatie van haar biografie.
Laten we zo snel mogelijk op zoek gaan naar de vele verzetsverhalen van vrouwen die onbekend zijn gebleven, omdat ze misschien wel niet pasten binnen de traditionele definitie van verzet. Om het wat provocatief te zeggen, misschien wel omdat ze meer effect hadden bij het redden van mensen dan op het redden van het land. Je zou haast zeggen dat vrouwen verzet pleegden voor de menselijkheid en mannen voor de overwinning. Een prikkelende generalisatie ik weet het, maar best goed om over na te denken, want als je je erin verdiept verbaas je je over de mate waarin vrouwen het verschil maken in tijden van oorlog en vrede. En daarom ook enige woorden over vrouwen en oorlog in het algemeen
Vrouw en oorlog
Als we de kijk en het debat over vrouwen in relatie tot oorlog over de afgelopen 79 jaar bekijken valt op dat de aandacht vooral gericht is op de vrouw als slachtoffer van oorlog. Ook dat is helaas nodig. De VN resolutie 1325 -die in het jaar 2000 door alle (ik herhaal alle) lidstaten werd ondertekend-, gaat grotendeels over de bescherming van vrouwen en meisjes tegen afschuwelijke oorlogsmisdaden, waaronder seksueel geweld als oorlogswapen. Het hoeft geen betoog om het belang van die bescherming te onderstrepen! Helaas moeten we constateren dat -ondanks de unanieme instemming- veel oorlogvoerende landen zich maar weinig aan die afspraken houden. Volgens internationaal recht maken zij zich schuldig aan ernstige oorlogsmisdaden met als recente voorbeelden de verkrachtingen van de Oekraïense vrouwen van Boetsja en de verantwoordelijkheid van nota bene een van de leden van de VN veiligheidsraad. Om maar niet te spreken van de constante stroom van berichten over ontvoeringen en verkrachtingen van vrouwen in de hoorn van Afrika.
Ondanks het enorme belang van die VN afspraken en het belang om ons krachtig te richten op de bescherming van vrouwen en meisjes bij conflicten, wil ik mij in deze Dachaulezing richten op het andere belangrijke thema dat die VN-resolutie 1325 omvat: de kracht van vrouwen in het voorkomen en beëindigen van oorlog en conflict.
In de afgelopen jaren zijn diverse studies gedaan die naar mijn overtuiging onomstotelijk aantonen dat vrouwen grote invloed kunnen hebben op de voorkoming en beheersing van oorlogsconflicten. Anders gezegd onderzoek levert zeer sterke aanwijzingen zo niet bewijs op, dat een grotere rol van vrouwen in conflictbeheersing significant vreedzamere en stabielere samenlevingen oplevert. In 2015 werd aangetoond dat het betrekken van vrouwen bij vredesovereenkomsten, de kans dat die overeenkomsten minstens 2 jaar standhouden 20% groter is wanneer vrouwen betrokken zijn. De kans dat dergelijke vredesinitiatieven 15 jaar standhouden neemt volgens het onderzoek zelfs met 35% toe als vrouwen bijdragen aan de totstandkoming ervan.
Ook blijkt er een positieve relatie tussen de deelname van vrouwen en de snelheid waarmee vredesovereenkomsten tot stand komen. Op basis van haar ervaring stelt Sigrid Kaag "dat gendergelijkheid een essentiële factor is voor de veiligheid en stabiliteit van een land. En dat het uitsluiten van vrouwen van actieve deelname aan de samenleving het risico op instabiliteit vergroot”. U kunt zich voorstellen dat ik het, met dat in het achterhoofd, tamelijk schokkend vind te weten dat in alle conflictonderhandelingen van de afgelopen 30 jaar nog geen 5% van de gevallen vrouwen echt betrokken waren!
Maar er is meer. Uit onderzoek blijkt dat samenlevingen waarin vrouwen een grotere rol spelen in de besluitvorming meer geneigd zijn tot diplomatie en minder tot geweld. Als we afgaan op de informatie van de VN en bijvoorbeeld rapporten van de Wereldbank, blijkt dat er een relatie ligt tussen de mate van gendergelijkheid en het pacifistische gehalte van samenlevingen. Als je Catalina Crespo, onderzoeker bij de Wereldbank, mag geloven kun je er niet omheen dat hoe geëmancipeerder een land is hoe vredelievender het is. Niet alleen is de kans dat landen in een conflict betrokken raken veel groter wanneer het genderverschil groot is, maar ook het geweld blijkt indien vrouwen in een achtergestelde positie verkeren significant ernstiger.
Feminiene en masculiene krachten
Ik stel het hier wat provocatief omdat het feit dat vrouwen een positieve invloed hebben op vredelievendheid en het feit dat vrouwen vaker slachtoffer dan dader zijn van oorlogsgeweld veelal verklaard wordt uit de culturele maatschappelijke assumptie dat vrouwen zorgzamer, kwetsbaarder, empathischer en meer op samenwerking gericht zouden zijn.
Het is een discussie die loopt langs de lijnen van inclusie en gender. Enerzijds bestaat de gedachte dat mannen (aan de macht) niet inclusief kunnen denken, omdat ze geen ervaring en gevoel hebben bij wat het betekent om gemarginaliseerd en of buitengesloten te worden. Anderzijds is de gedachte dat vrouwen deze eigenschappen vanuit culturele grondslagen als het ware met de paplepel krijgen ingegoten. Daardoor beschikken vrouwen over een dubbel bewustzijn en zijn daarmee van nature inclusiever.
Onafhankelijk van de positie die je in deze discussie zou willen innemen, moeten we oppassen dat we niet teveel een man-vrouw discussie voeren. Daarbij gaat de nuance rond gender mogelijk verloren. In mijn ogen gaat het meer om de feminiene en masculiene krachten in de samenleving. Zowel mannen als vrouwen zijn in staat tot zowel geweld als vrede. Vrouwen waren in historisch perspectief immers niet altijd van de macht uitgesloten. Vrouwen hebben dan ook niet altijd het feminiene effect gehad, zoals de onderzoeken van de VN en de Wereldbank suggereren. Daarnaast zijn de verschillen tussen Eleanor Roosevelt en Margret Thatcher, of Jacinda Ardern en Angela Merkel mogelijk net zo groot als het verschil tussen een mannelijke en een vrouwelijke diplomaat.
Voor een betere wereld hebben we wat mij betreft dan ook niet alleen meer vrouwen nodig, maar ook meer mannen die hun feminiene eigenschappen inzetten. Dus heren wat mij betreft laat u iets meer van uw feminiene kant zien.
Tot slot
Dames en heren, eigenlijk heb ik zojuist 4 oproepen gedaan, die ik hier graag nog een keer op een rijtje zet.
Allereerst hoop ik dat we mensen die een rol hebben gespeeld in de oorlog eerder met een lerend dan uit een oordelend perspectief bekijken.
Daarnaast doe ik graag een oproep om meer verzetsverhalen van vrouwen te onderzoeken en daar bekendheid aan te geven. Laten we die verhalen zoeken bij de kinderen en kleinkinderen die ze misschien gehoord hebben of die op zolder nog gevonden kunnen worden.
Als het gaat om vrouwen en oorlog, laten we dan samen de invloed van vrouwen op een vreedzamere samenleving meer bekendheid geven. Laten we als Nederland helpen meer vrouwen onderdeel te laten zijn van vredesonderhandelingen in conflicten die onze wereld teisteren. En mannen oproepen meer hun feminiene kwaliteiten aan te spreken en te ontwikkelen.
En tot slot. Laten we de oproep van de VN en in navolging daarvan die van de Europese Unie steunen om in alle beleidsontwikkelingen en programma’s rond vrede en veiligheid gendergelijkheid centraal te stellen.
Dames en heren, ik ben aan het einde van mijn Dachaulezing gekomen. Feiten en woorden vragen altijd om meer nuance. Maar net als wat ik zei over mijn grootvaders, is het mij te doen om een bijdrage te leveren aan de lessen die wij vandaag de dag kunnen trekken uit de gebeurtenissen van toen. Naar mijn overtuiging leidt een betere balans tussen masculiene en feminiene krachten tot een betere wereld. Laten we waakzaam blijven om conflicten in een escalerende wereld daadkrachtig maar ook met zachtheid te bestrijden. Ofwel ik hoop een bijdrage te hebben geleverd aan het bewustzijn dat vrede en vrijheid een bijdrage vraagt van ons allemaal!
Dank u wel!