Dachauherdenking  2024

Op zaterdag 20 april 2024 werd voor de 79e keer de bevrijding van het concentratiekamp Dachau worden herdacht. Het was een herdenking met een hoge opkomst, waarin de sprekers waarschuwden voor opkomende anti-rechtsstatelijke en antidemocratische tendensen. Lees hier de toespraken terug.

Toespraak Sybrand van Haersma Buma (gesproken woord telt)

De afgelopen vijf weken was op televisie de serie de Joodse Raad te zien. Een indrukwekkend relaas over de wreedheid van de Jodenvervolging en over de onmenselijke dilemma’s waarmee de bestuurders van de Joodse Raad hier vlakbij in Amsterdam te maken kregen.

 

In de serie zien we voortdurend mensen bij de Joodse Raad aankloppen om hun zaak te bepleiten. Ergens in die oorlogsjaren kwamen ook een Joodse vrouw uit het Zeeland met haar bijna 10-jarig dochtertje naar het kantoor van de Raad. Ze hadden er een lange tocht per trein opzitten. De moeder met haar Jodenster zo nonchalant mogelijk onder haar overjas. Het meisje zonder ster. Haar vader was niet Joods, vandaar. Die moeder was Clarisse van Werkum-Cohen, mijn oma. Het meisje, Elly, mijn moeder. Met haar blonde haar en blauwe ogen was ze mee als beschermengeltje voor haar Joodse moeder. Mijn oma kon bij haar gezin blijven overleefde de oorlog.

 

Dat ik hier sta heeft niet met dit verhaal te maken. Niet met de moeder van mijn moeder, maar met de vader van mijn vader, Sybrand Marinus van Haersma Buma. Hij was aan het begin van de oorlog burgemeester in een Friese plattelandsgemeente, zeer principieel anti-nazi en actief in het allereerste verzet. Hij werd in het voorjaar van 1941 opgepakt en gevangengezet in de strafgevangenis in Scheveningen. Na ruim een jaar werd hij overgebracht naar Kamp Amersfoort en vervolgens naar het concentratiekamp Neuengamme. Daar overleed hij van ziekte en uitputting op 11 november 1942, pas 38 jaar oud. Hij liet een vrouw en vier kleine kinderen achter. Mijn vader, 10 jaar oud, was de oudste, de jongste was twee.

 

In totaal stierven in Neuengamme bijna 43.000 gevangenen. Dat is nog meer dan in Dachau. Toch is de naam Neuengamme bij het grote publiek veel minder bekend. Die relatieve onbekendheid heeft een cynische oorzaak. Toen de Amerikanen Dachau bevrijdden kwamen ze in de hel op aarde. Uitgemergelde vaak doodzieke levenden en stapels met doden. De beelden werden op film vastgelegd en gingen de wereld over. Zo ging het ook in kampen als Buchenwald en Bergen Belsen.

 

Het Neuengamme dat de Britse bevrijders aantroffen was heel anders. Het was leeg, schoon en net fris in de verf gezet. De overlevenden waren op een dodenmars gestuurd, weg van het kamp. Zo bleven de wreedheden van Neuengamme onttrokken aan het oog van de wereld en werden ze dus ook geen onderdeel van het collectieve oorlogsgeheugen.

 

Maar bij ons thuis was dus Neuengamme verbonden met de oorlog. Dachau kwam zo nu en dan wel langs. Mijn grootvader was namelijk een grote vriend van de bekende Dachau overlevende Pim Boellaart. Ze kenden elkaar uit hun jeugd in Den Haag, ze hadden samen op dansles gezeten, en zaten tegelijk in dienst. In de verzetstijd hadden ze heimelijk contact. Ze troffen elkaar vervolgens weer als gevangene in het Oranjehotel in Scheveningen. Pim Boellaart overleefde de concentratiekampen, en was na de oorlog een grote steun voor het gezin van mijn vader.

 

Het verhaal van mijn ouders staat voor een hele generatie die kind was in de oorlog. Tegen de tijd van het overlijden van mijn ouders respectievelijk in 2019 en 2020 was de oorlog al driekwarteeuw geschiedenis, maar in hun hoofd nog alom aanwezig. Dat is de wreedheid van oorlog: Dat het leed niet verdwijnt als de wapens zwijgen. Het is pijn die vaak onzichtbaar is maar die een heel leven blijft.

 

Verplaats dat eens naar de kinderen van nu in Oekraïne, in Jemen, in Israel en Gaza en op veel andere plekken. Driekwarteeuw na nu is het 2100, het begin van weer een nieuwe eeuw. In de hoofden van de oorlogskinderen van nu zal de pijn dan nog steeds iedere dag aanwezig zijn.

 

Bij het mooie Dachaumonument waar wij vandaag verzameld zijn wordt het leed van de kinderen van 40-45 de waarschuwing van nu. En hoe verder onze oorlog achter ons ligt is, hoe belangrijker het is om het verhaal erover te vertellen. Vanaf vandaag gaan de vriendenkring Neuengamme en het Dachaucomité dat samendoen. Samen sta je sterker en dus zal het verhaal er alleen maar krachtiger van worden.

 

Als symbool van dit verhaal draag ik een uitgezaagd kwartje met de afbeelding van Koningin Wilhelmina. Mijn grootvader werd in februari 1941 gearresteerd met dit speldje op. Mijn grootvader keerde niet terug, maar het kleine Wilhelminakopje is er nog altijd. Mijn grootvader droeg het, mijn vader droeg het, ik draag het vandaag, als een symbool van een verhaal dat verteld moet blijven worden.

 

Sybrand van Haersma Buma


Toespraak Berend Katz

Beste opa van Eijsden, Beste overgrootvader,

Ik schrijf u een brief, als antwoord op de vele brieven die u zelf schreef. Al waren ze niet direct aan mij gericht, ze werden met een aantal tussenstops wel bij mij bezorgd.U schreef de brieven aan uw vrouw en dochters. Uw jongste dochter kreeg een zoon. Die zoon kreeg een zoon. Dan ben ik. Uw achterkleinzoon.

Bij deze dus een brief terug aan u. Want waarom zouden brieven maar in één richting door de tijd kunnen reizen?

In 1943 werd u door de Duitse bezetter opgepakt en weggevoerd voor het geven van hulp aan ondergedoken Joden.

Na uw arrestatie werd u naar 7 verschillende concentratiekampen gedeporteerd. En u kwam niet meer terug. In concentratiekamp Dachau stierf u in februari 1945 aan vlektyfus.

Maar in de tijd dat u gevangen zat, ontving uw gezin wel 15 brieven van u. Soms mocht u brieven vanuit het kamp met de post versturen. Soms gooide u ze op transport van de vrachtwagen of de trein, en vonden de brieven op andere wijze de weg naar uw gezin.

Mijn grootmoeder bewaarde uw brieven zorgvuldig in een map. Zo lang ik me kan herinneren vond ik ze fascinerend. Soms mocht ik de map met brieven inkijken, maar vaak durfde ik er niet over te beginnen. Al was ik nog klein, ik voelde dat het moeilijk voor haar was om over het verlies van haar vader te praten. Ze is er nu niet meer, dus ik kan haar niets meer vragen. De brieven zijn er nog wel, die kwamen na haar overlijden in mijn bezit.

Ik voel grote nabijheid door het lezen van de brieven. Als ik ze aanraak is het alsof er een gat in de tijd wordt geslagen en ik de beweging van uw hand kan volgen terwijl u de letters op het papier schrijft. In 2015 volgde ik het spoor van de brieven en reisde u achterna. Alsof ik u nog kon vergezellen op uw vreselijke tocht. Om het gat van 70 jaar en drie generaties op die manier te dichten.Deze symbolische reis per trein voerde me langs alle locaties waarnaar u werd gedeporteerd. Een reis die eindigde precies 70 jaar na uw dood op de plek waar u stierf: concentratiekamp Dachau.


Tijdens de reis werd ik gevolgd door een cameraploeg. De beelden van mijn reis, aangevuld met interviews met oud-Dachauers Ernst Sillem en Skippy de Vaal, vormden de basis van een documentaire ‘De reis van Van Eijsden’. Deze film, waarin ik uw verhaal heb vastgelegd, is in 2016 in première gegaan, vertoond op televisie en in een aantal musea. Vooral de vertoning in Dachau was van grote betekenis voor mij. De cirkel was rond. Met mijn film heb ik geprobeerd meer licht te werpen op het oorlogstrauma dat het leven van generaties diep heeft beïnvloed.


Mijn grootmoeder was getekend door uw verdwijnen. Dit had invloed op hoe zij haar dochter en haar zoon opvoedde. Dus op wat mijn neef en nichten, mijn zus en ik in onze opvoeding mee kregen. Zo werd het trauma onbedoeld doorgegeven aan de volgende generatie. En dat wat nog niet verwerkt is, komt weer terecht bij onze kinderen, die deze last op hun eigen manier moeten dragen. Want sommige trauma’s zijn te groot om in één, twee of drie generaties te verwerken.


Maar dit trauma geeft ons ook kracht. Doorleefde rouw verzacht en geeft zin aan verlies. Gedeeld verdriet kan samenbrengen en verbinden. Wie zelf verdriet kent, kan veel meer empathie opbrengen voor anderen die treuren. Zo kan het trauma van toen helpen in het nu.


Maar de laatste tijd maak ik me zorgen. Want ik zou u willen schrijven dat het beter gaat. Dat we in een wereld van gedeelde vrede en voorspoed leven na de harde oorlogslessen. Dat eigenbelang en eigen volk eerst uitgebannen waren.

Maar helaas zie ik vooral groeiende ongelijkheid. En de onvrede en verharding die dat altijd veroorzaakt. In de Rotterdamse wijk waar ik woon. En in het walgelijke wereldnieuws dat ik nauwelijks meer durf te volgen.


In alle windrichtingen vlammen brandhaarden, vaak gerechtvaardigd met het geschiedenisboek in de hand. Massa’s mensenmassa’s leven in oorlog of op de vlucht en raken elke dag dieper getraumatiseerd. Het zal nog generaties duren voor een achterkleinkind op een lentedag de oorlogswonden van diens voorouder kan duiden. Maar in Nederland verschuilen we ons voorlopig nog achter dijken en grenzen. Blijven stil, weggedoken in ons comfort. Zeggen tegen onszelf: dat was toen. Is daar. Niet hier. En stemmen voor eigenbelang en eigen bezit.


Terwijl we echt wel snappen dat ook wij de rekening zullen krijgen van een wereld in ontwrichting. Dat de storm ook deze kant op komt als we niet nu ingrijpen. Klimaatverandering gaat miljoenen verjagen van huis en haard. Vluchtelingenvloedgolven zullen de wereld overspoelen en gewapende conflicten zullen ontvlammen. Dus ik maak me ernstig zorgen: welke trauma’s krijgen onze kinderen te verwerken? 


De geschiedenis herhaalt zich niet. Maar het rijmt heel vaak wel. Dus vraag ik me regelmatig af: hoe zou u omgaan met deze tijd? Wat zou uw rechtvaardigheidsgevoel zeggen? En welke actie zou u ondernemen? Misschien moeten we het woord herdenken letterlijker gaan nemen: her-denken. Opnieuw nadenken. Kunnen we onze wereld, ons handelen her-denken.


Hoe doe ik het vandaag? Waar sta ik voor en durf ik me uit te spreken? Hoe draag ik bij aan een rechtvaardige samenleving? Wat is mijn invloed op de natuur, op het ecosysteem dat ons voortbrengt en voedt? Hoe kan ik mijn welvaart delen met mensen met minder. Ik wil her-denken én her-doen: handelen. Want bewustzijn is overschat en zinloos zonder opvolging en actie. Met moed, creativiteit, optimisme en doorzettingskracht wil ik proberen positieve invloed te hebben op de wereld om me heen. En anderen uitnodigen dat ook te doen.


Her-denken. Her-doen. Her-zien. Her-bruiken. Her-winnen. Her-leven. 


Dit is de enige manier die ik ken om de lessen uit mijn verleden te gebruiken om te voorkomen dat de volgende generaties met vergelijkbare trauma’s opgezadeld worden. Mijn kinderen, die hier zitten. Hun kinderen. Hun kinderen. Drie generaties en meer. Tegen beter weten in? Misschien. Maar hoop is niet hetzelfde als naïef verwachten dat alles wel goed komt. Hoop is weten dat het zwaar wordt, misschien onmogelijk is. Maar het toch doen. Omdat het de enige keuze is die goed voelt.

Dat is precies wat u deed. Hoop houden. In actie komen voor dat wat u aan het hart ging. En misschien geef ik, door te her-denken en te her-doen nú, nog enige zin aan uw lijden. Een klein zilver randje aan de diep donkere wolk die de laatste jaren van uw leven heeft overschaduwd.


Tijdens mijn reis voelde ik de behoefte om om u te rouwen. U was een stevige roker die altijd een sigaar tussen de vingers had. Daarom liet ik op alle plekken waar u gevangen zal een mini-monumentje na: een portretje van u met een sigaar erbij. Omdat u die ongetwijfeld gemist heeft.


Ook hier laat ik, met deze brief en uw portret, een sigaar achter. En neem ik afscheid van u met dezelfde woorden die u gebruikte in uw brieven.


Wees hartelijk omhelsd door Uw achterkleinzoon,

Berend

Toespraak Wimar Jaeger (voorzitter Nederlands Dachau Comité)

Toespraak Thom Klück (voorzitter Vriendenkring Neuengamme)

Dames en heren, lieve mensen,

 

Wat fijn dat u vandaag weer voor de Dachau herdenking naar het Amsterdamse Bos gekomen bent. Het lijkt er op dat onze samenkomst ieder jaar belangrijker wordt. Misschien niet belangrijker in herdenking maar des te belangrijker ter herinnering.

 

Vorig jaar hielden we voor het eerst een herdenking zonder oud-Dachauers. De waarheid van toen kunnen we tot onze grote spijt niet meer uit de eerste hand horen. Maar gelukkig hebben we in de afgelopen bijna 80 jaar genoeg gehoord, gezien en geleerd om te weten dat we koste wat het kost moeten zorgen voor “dat nooit weer”.

 

En toch lieve mensen, als we genoeg gehoord, gezien en geleerd hebben waarom is het in deze tijd dan zo stil in Nederland?

 

Hebben we zo weinig gehoord, gezien en geleerd dat signalen van aantasting van de rechtstaat en vrije nieuwsgaring, het uitdrukken van ook echte vluchtelingen en opkomend antisemitisme ons niet uit onze luie stoel jagen?

 

Hebben we onvoldoende gehoord, gezien en geleerd dat populisme, rechtsextremisme en xenofobie ons niet de straat op roepen?

 

Hebben we zo weinig gehoord, gezien en geleerd dat we de sloophamer van de democratie en de rechtstaat in steeds meer landen in Europa, zoals in Hongarije,  Italië, Slowakije en nog steeds in Polen, van binnenuit door populisten laten afbreken?

 

Hebben we te weinig gehoord, gezien en geleerd om twijfels te hebben over ons Nederlandse én Europese onvermogen om ons zowel fysiek als moreel voldoende te herbewapenen en afdoende militaire steun te geven aan een ander Europees land, dat al 2 jaar wordt aangevallen en om onze steun smeekt.

 

Hebben we dan toch niet voldoende gehoord, gezien en geleerd

 

Zoals Ilja Leonard Pfeijffer verontrustend schreef: “wat je leest zijn verslagen en analyses van kleine stapjes, die stuk voor stuk weinig verontrustend lijken, en die de rechtstaat maar een heel klein beetje doen afbrokkelen.”

 

”Geen van deze maatregelen treffen ons persoonlijk. De zon schijnt, de pasta is perfect al dente en het is angstaanjagend eenvoudig om te negeren dat de democratie langzaam maar zeker ontmanteld wordt. De ontwikkelingen zijn beangstigend en je kunt je steeds beter voorstellen hoe gewone mensen zich hebben gevoeld in Europa in de jaren dertig.”

 

“Begrijpen we niet hoe eenvoudig het is om in slaap te worden gesust door de traagheid aller dingen en om slaapwandelend naar een dictatuur en onmenselijkheid geleid te worden? Beseffen we hoe gemakkelijk het is om je schouders op te halen bij kleine veranderingen die je niet persoonlijk raken, totdat het moment komt wanneer ze je wel raken en wanneer het te laat is om je er nog zorgen over te maken.”

 

Dames en heren, in Duitsland gaan mensen bij de honderd duizenden de straat op. Het Nederlands Dachau Comité is van mening dat het ook bij ons tijd is om op te staan. Degenen die wij hier herdenken stonden op tegen geweld, onderdrukking, dictatuur, willekeur, discriminatie en uitbuiting. Zij moesten het doen toen het te laat was. Laten wij opstaan voordat het te laat is!

 

Zeker onze herdenkingen hielden zich altijd ver van de politiek van vandaag. In het vrije Nederland van na de oorlog konden we ons dat permitteren omdat binnen de verschillende politieke opvattingen de vrijheid, democratie en onze rechtstaat, waarvoor de slachtoffers van het concentratie kamp Dachau gevochten hadden, niet ter discussie stonden.

 

Maar lieve mensen als de bestaanszekerheid van vrede en veiligheid, vrijheid en democratie, de rechtstaat en menselijkheid aangetast worden onder het mom van de bestaanszekerheid van boerenkool en kroket, dan koersen we af op iets waar we echt spijt van krijgen. Dan kunnen we niet anders, dan moeten we ons uitspreken en de straat op.

 

Dit jaar gaat bijna de helft van de wereldbevolking naar de stembus. Overal vertonen veel kiezers een voorkeur voor populisten, die zogenaamd populaire oplossingen voorstaan maar die de democratische rechtsstaat daarbij eerder als een hindernis dan als een te koesteren verworvenheid beschouwen.

 

Een verworvenheid die door onze ouders, grootouders, overopa’s en overoma’s vaak met ongekend verdriet moest worden bevochten. Het is helaas niet ondenkbaar dat Europa en de Verenigde Staten onherkenbaar zullen zijn veranderd wanneer wij onze 80 jarige herdenking hebben.

 

Daarom hoopt het Nederlands Dachau Comité van harte dat wij hier volgend jaar staan in de wetenschap dat de stille meerderheid dan haar ogenschijnlijke onverschilligheid heeft afgeworpen en is opgestaan.

 

Dank u wel,

Wimar Jaeger


Dames en Heren,

 

In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog waren in diverse landen journalisten, burgers, studenten, politici en ambtenaren die waarschuwden tegen het nazisme van Hitler en het fascisme van Mussolini. Zij waarschuwden tegen het populisme, de polarisatie en nepnieuws. Ik weet dat er veel redenen zijn waarom WO2 uitbrak, maar het is ook dankzij naïviteit, het niet serieus nemen van deze waarschuwingen dat haat en onverdraagzaamheid konden doorwoekeren. Ook daarom moeten wij vandaag herdenken. 

 

Populisten willen geen middenweg of compromis. Zij willen géén oplossing van de problemen waarvoor onze samenleving zich geplaatst ziet. Het is het klassieke verhaal van de zondebok schuldig aan alle problemen in de samenleving.  Ze schetsen daarnaast een idyllisch plaatje via promotiefilmpjes met de boodschap dat ‘het beste’ voor Nederland nog  moet komen: ‘Nederland voor de Nederlanders’ en met de zondebok wordt afgerekend.

 

Ik neem u graag mee naar 2039, over vijftien jaar, als het 100 jaar geleden is dat WO2 begon. Als we dan weer op deze plaats herdenken, hoe kijken we dan terug op de 15 jaar die ons nu voorliggen?  Hebben wij de polarisatie, het populisme en al dat giftige nepnieuws een halt toegeroepen? Zijn er, straks terugkijkend, genoeg mensen geweest die in de komende 15 jaar de rechtstaat succesvol hebben beschermd en de leugens van populisten hebben ontmaskerd? 

 

Als ik, tot slot, terugkijk vanuit het jaar 2039 dan hoop ik het volgende te kunnen zeggen: ik zie een hechte samenwerking en het samengaan van het Dachau Comité en de Stichting Vriendenkring Neuengamme. De eerste stappen zijn gezet. Ook andere organisaties zijn inmiddels bij ons aangesloten. Ik zie een aanwas van mensen die ons helpen om het populisme, racisme en fascisme een halt toe te roepen. Jongeren staan niet meer machteloos tegenover de grote uitdagingen van deze tijd. De internationale rechtsorde heeft Ruslands agressie overleefd, Oekraïne heeft haar territoriale integriteit behouden, oorlogsmisdadigers zijn vervolgd. De houding van onverschilligheid en het normaliseren van haat zijn verdwenen. 

 

Dan is de conclusie is dat wij in Nederland, in Europa en daarbuiten de morele integriteit hebben gevonden waardoor het huidige slopende populisme, de bitterheid van polarisatie, het valse fake-news zich niet definitief in ons hart hebben genesteld. 

 

De tirannie die ons hart dreigde te doorwonden is verdreven.

 

Dank u.


Thom Klück