Met alle ontwikkelingen van de laatste maanden stel ik mij wel eens de vraag: Wanneer kom je in verzet? En wat is dat verzet dan? Die vraag dringt zich met name op wanneer je wel 80 redenen kan noemen om een vergelijking te maken tussen 1935 en 90 jaar later, 2025
We vieren dit jaar 80 jaar vrijheid, maar we mogen in deze escalerende tijd niet vergeten dat de aanleiding voor de strijd naar die vrijheid 90 jaar geleden begon. Met het vieren van 80 jaar vrijheid moeten we in deze tijd ook 90 jaar “aanzet” herdenken. Met andere woorden we mogen in deze tijd niet vergeten stil te staan bij wat er aan 80 jaar vrijheid voorafging.
In 1935 werden de rassenwetten in Duitsland aangenomen. Rechtstatelijk misschien wel de grootste aanslag op de vrijheid denkbaar. De rechtstaat was machtsstaat geworden, 90 jaar geleden. Daarom herdenken we dus ook 90 jaar “aanzet”.
De Dachau herinnering staat bij uitstek voor de verdediging van vrijheid, democratie en rechtstaat. Onze ouders, grootouders en overgrootouders werden niet primair slachtoffer van discriminatie, uitsluiting of willekeur, zij werden gevangen genomen en vermoord omdat ze de vrijheid verdedigden.
Zij wisten dat vrijheid wederkerig is; vrijheid neem je niet, vrijheid geef je. En dat geldt al helemaal voor een staat, een land, een regering. Dat we zien dat steeds meer landen geen vrijheid aan hun inwoners geven maar die juist van mensen ontnemen,
door media te beteugelen,
door boeken te verbieden,
door de lengte van je haar voor te schrijven,
door politieke tegenstanders te demoniseren,
door mensen zonder gerechtelijke uitspraak in een buitenlandse gevangenis te gooien
of dicht bij huis mensen een koninklijke onderscheiding te ontzeggen voor
vrijwilligerswerk aan vluchtelingen, omdat zij jouw politieke mening niet delen, is niets anders dan een aanzet tot een aanslag op de vrijheid; 1935 “revisited”.
Wanneer kom je in verzet en wat is dat verzet dan? Het antwoord op die vraag is, zoals dat ook tussen 1935 en 1945 was natuurlijk persoonlijk. Maar wat mij betreft moeten we ons voorbereiden. Ons voorbereiden door ons duidelijk uit te spreken tegen autoritaire inperking van de vrijheid. Uit te spreken op het werk, bij vrienden, de buren. Uit te spreken dat de vrijheid niet zozeer iets is van nemen maar juist van geven.
Door je te informeren, bewust uit je eigen bubbel te stappen, door je te abonneren op kritische media. Maar vooral door anderen de vrijheid te geven zoals je die zelf zou willen ontvangen, vanuit de eenvoudige en meest basale gedachte “jij bent vrij als ik het ben ik ben vrij als jij het bent”.
Lieve mensen, wij staan hier om onze ouders, grootouders en overgrootouders te herdenken. Geliefden die alles en als je goed naar de opvolgende generaties luistert zelf nog meer dan dat gaven voor de vrijheid. Dat mag niet voor niets zijn geweest! Wij zullen uit hun naam de vrijheid altijd voorop zetten!
Dat begint in het klein, in nabijheid in de directe omgeving. En daarom vraag ik u elkaar nu een hand te geven en elkaar de vrijheid te wensen, door te zeggen: “jij bent vrij als ik het ben, ik ben vrij als jij het bent”.
Zullen we dat samen doen: “jij bent vrij als ik het ben, ik ben vrij als jij het bent”
Dank u wel